Hier lees je meer over de verschillende fases
Observatiejaar
Na de lagere school, starten leerlingen in het eerste jaar. Bij ons op school noemen wij dit het observatiejaar. In het observatiejaar maken onze leerlingen kennis met onze vijf beroepsopleidingen. Daarnaast krijgen ze ook algemene - en sociale vorming. In principe duurt het observatiejaar één schooljaar. Op het einde van dit schooljaar kiezen onze leerlingen één beroepsopleiding die ze verder willen verkennen.
Specifiek voor het observatiejaar:
-
Tijdens de onthaaldagen, organiseren we allerlei leuke activiteiten zodat onze leerlingen elkaar, het schoolteam, de werking én hun weg binnen de school goed leren kennen.
-
Tijdens de OBS tweedaagse, trekken we 2 dagen naar Rotselaar. We doen allerlei activiteiten die de groepssfeer en het maken van vriendschappen bevorderen.
-
Tijdens de lessen leefsleutels werken we rond sociale en sociaal-emotionele vaardigheden, welbevinden & weerbaarheid.
-
Tijdens het beroepskeuzeproject zetten we elke week een ander beroep in de kijker, zodat onze leerlingen aan het einde van het observatiejaar een goede keuze kunnen maken.
-
Tijdens het fietsproject leren onze leerlingen zich veilig te verplaatsen in het verkeer.
-
Tijdens het megaproject, werken we samen met de politie van Aarschot rond weerbaarheid bij jongeren en durven nee zeggen.
-
Aparte autiwerking. Om de overgang naar het secundair onderwijs te vergemakkelijken, voorziet onze school in het eerste jaar een specifieke autiklas.
-
Kleine klasgroep: max 8 leerlingen
-
1 leerkracht ASV die naast taal, rekenen, actualiteit en maatschappelijke vorming, ook crea, ICT en sociale vaardigheden onderwijst.
-
1 leerkracht BGV per opleiding
-
Ondersteuning door T9-coördinator
-
Opleidingsfase
​
Na het observatiejaar, starten onze leerlingen in de opleidingsfase. Dit is het 2e en het 3e jaar. Tijdens deze fase verdiepen onze leerlingen zich in de basiskennis en basisvaardigheden van één beroepsopleiding. De opleidingsfase duurt minimum 2 schooljaren.
Net zoals in het observatiejaar, krijgen de leerlingen in de opleidingsfase ook algemene en sociale vorming. In deze fase leggen we de nadruk op functionele en praktisch bruikbare leerstof, die een latere integratie in het gewone leef- en werkmilieu moeten vergemakkelijken. Ook de theoretische kennis van het beroep kan hier dus niet ontbreken.
Specifiek voor de opleidingsfase
-
Tijdens de zeeklassen, trekken onze tweedejaars 3 dagen naar de zee. De focus ligt op het creëren van verbondenheid, d.m.v. allerlei leuke activiteiten.
-
Autivriendelijke werking: Vanaf de opleidingsfase worden onze leerlingen met een attest type 9 in een autivriendelijke werking binnen alle opleidingen geïntegreerd. Zij zullen de lessen dus samen met de andere leerlingen volgen.
Kwalificatiefase
Na de opleidingsfase, starten onze leerlingen in de kwalificatiefase. Dit is het 4e en het 5e jaar. Tijdens deze fase kiezen onze leerlingen een beroepsopleiding waarin ze zich verder willen kwalificeren. Ze specialiseren zich met andere woorden in de kennis en vaardigheden van de gekozen beroepsopleiding. De focus ligt op tempo, verfijnen van de technieken, zelfstandigheid en transfer naar de werkplaats. De opleidingsfase duurt minimum 2 schooljaren. Het is mogelijk om meerdere beroepskwalificaties te behalen.
Specifiek voor de kwalificatiefase
-
In het 4e jaar gaan onze leerlingen voor een eerste keer op stage. Gedurende drie weken gaan zij aan de slag bij een echte werkgever.
-
In het 5e jaar gaan onze leerlingen twee keer op stage, en dit telkens 3 weken.
-
Tijdens Chrysostemos, trekken onze laatstejaars er samen met enkele leerkrachten twee dagen op uit, om hun laatste 100 dagen school te vieren.
-
In de kwalificatiefase werken we nauw samen met de VDAB en GTB. We zorgen samen dat de leerlingen goed geïnformeerd zijn en dat hun VDAB dossier in orde is. Voor de leerlingen die extra begeleiding kunnen gebruiken om de weg naar de arbeidsmarkt of een opleiding te vinden, werken we samen met GTB.
-
Op het einde van de kwalificatiefase studeren onze leerlingen af. Ze kunnen één van de volgende bekwaamheidsbewijzen behalen:
-
Getuigschrift van de beroepsopleiding – indien alle competenties behaald werden.
-
Getuigschrift van verworven competenties – indien alle competenties van een deelgetuigschrift behaald zijn.
-
Attest van verworven bekwaamheden – dit attest geeft een overzicht van de behaalde competenties, indien een volwaardig of deelgetuigschrift niet behaald kunnen worden.
-
Attest gedane studies – dit attest bewijst dat je aan de leerplicht voldaan hebt.
-
Integratiefase of alternerende beroepsopleiding
Na het afronden van de kwalificatiefase kunnen onze leerlingen bijkomend een alternerende beroepsopleiding volgen. Dit is een éénjarige opleiding, waarbij leren en werken gecombineerd worden. Een ABO cursist volgt 2 dagen les op school en doet 3 dagen werkervaring op in een bedrijf.
​
De alternerende beroepsopleiding heeft als doel de overstap naar de reguliere arbeidsmarkt te verkleinen en te vergemakkelijken; en daardoor de tewerkstellingskansen te verhogen.
​
De werkervaring is onbezoldigd. Een cursist die de alternerende opleiding met goed gevolg afsluit, ontvangt een getuigschrift.
​
Voor wie?
De alternerende beroepsopleiding is niet voor alle leerlingen. Het is de klassenraad die beslist wie er in aanmerking komt.
​
Bij het succesvol beëindigen van het ABO-jaar ontvangt de jongere een motivatiepremie van 500 euro, toegekend door het Europees Sociaal Fonds (ESF)